Inkoopvoorwaarden en auteursrecht voor creatieve professionals en opdrachtgevers
Inkoopvoorwaarden en auteursrecht voor creatieve professionals en opdrachtgevers
Het overkomt mij geregeld dat een werknemer van een (vaak grotere) organisatie iets inkoopt bij mij en daarbij inkoopvoorwaarden noemt. Of het nou illustratie, animatie of ontwerp is. Men is vaak wel bewust van de aanwezigheid van inkoopvoorwaarden en dat deze van toepassing zijn.
Wat er precies in deze voorwaarden staat is dan nog een tweede. Zo’n lap tekst – en met name het stukje over auteursrechten – is vaak niet of nauwelijks bekend bij de inkoper. Dat is niet gek, de meesten houden zich immers vooral bezig met de dagelijkse werkzaamheden en niet het inkopen van creatief materiaal. Tenzij je natuurlijk voor de marketingafdeling werkt.
Wat zijn inkoopvoorwaarden?
Inkoopvoorwaarden zijn een manier voor organisaties om zich in te dekken. Ga maar na, een grote organisatie heeft misschien wel honderden of duizenden werknemers. Het kán voorkomen dat ze een aankoop doen met een minder betrouwbare partij. Met inkoopvoorwaarden wapent een bedrijf zich tegen misbruik, tot op zekere hoogte.
Veelal is het een formaliteit, maar het is en blijft een contract!
Dit gezegd hebbende, inkoopvoorwaarden zijn niet in steen gebeiteld. Als jij met jouw opdrachtgever specifieke bepalingen uit de inkoopvoorwaarden afwijst, of andere bepalingen opneemt, dan wegen die zwaarder. Dit kun je opnemen in de offerte. Je zou zelfs kunnen verwijzen naar een bepaling uit jouw eigen voorwaarden, ter vervanging.
Wat zijn auteursrechten?
De BNO heeft hier een duidelijk artikeltje over. Het komt erop neer dat de auteursrechten makers beschermen tegen onrechtmatig gebruik van hun werk. Auteursrecht ontstaat automatisch, bijvoorbeeld zodra je een foto schiet. Je hoeft hier geen kunstacademie diploma te hebben, dit geldt voor iedereen. Die foto is door jou gemaakt en valt daarmee automatisch onder jouw auteursrecht. Dit is belangrijk voor creatieve professionals, alleen hiermee kun je jouw eigen werk beschermen.
Denk aan musici die politici aanklagen voor onrechtmatig gebruik van hun muziek. Of Hollywoodstudio’s die uploaders van hun films aanklagen. Dit gaat om hetzelfde.
Wat te doen bij inkoopvoorwaarden.
Wanneer je hiermee te maken krijgt als creatief professionals, zorg ervoor dat je de inkoopvoorwaarden te lezen krijgt. En, als je een opdrachtgever bent, stel de maker tijdig op de hoogte. Een PDFje is natuurlijk genoeg.
Spit het maar eens door en zoek op “auteursrecht,” bijvoorbeeld met Acrobat Reader. Lees de belangrijke paragrafen erover en – als je vragen hebt – zoek antwoorden. Ben je lid van een beroepsorganisatie? Dan kun je misschien daar terecht, zoals de BNO. Ook zijn er juridisch specialisten op het gebied van auteursrecht, bijvoorbeeld bij je werkgever of je branchevereniging. En er is een speciale website over het auteursrecht: Auteursrecht.nl.
Laat je hoe dan ook goed informeren door een professional als het er echt op aan komt (ik kan je alleen advies geven uit ervaring).
Auteursrecht omhelst waarde.
Veel inkoopvoorwaarden, in elk geval alle inkoopvoorwaarden die ik de afgelopen tien jaar onder ogen heb gehad, claimen het auteursrecht. Hier staat nooit compensatie tegenover voor de maker van het werk. Bijzonder oneerlijk, als je het mij vraagt.
Auteursrecht omvat namelijk zeker een commerciële waarde: Het recht om het gemaakte te mogen exploiteren, te vermenigvuldigen en openbaar te maken. Normaliter voorziet een (exclusief, onbeperkte) licentie daar prima in, zonder dat de maker het auteursrecht kwijtraakt. Dit is wat verreweg de meest ontwerpers, illustratoren en andere creatieven uitgeven. Soms stilzwijgend. Hieraan heb je in 9 van de 10 gevallen genoeg, als opdrachtgever.
Zo’n licentie voorziet in het beoogde gebruik voor de opdrachtgever zonder (grote) beperkingen. Wanneer er wél beperkingen zijn, bijvoorbeeld wanneer er muzieklicenties bij betrokken zijn, dan zal de maker je hierover moeten informeren. Doorgaans, vooral bij illustratie en ontwerp, is zo’n licentie meer dan genoeg.
Belangrijke uitzondering hierop zijn logo’s. Omdat ze zo belangrijk zijn voor de identiteit van een bedrijf is het geen gek idee hiervan ook het auteursrecht over te nemen. Mede hierdoor zijn logo’s vaak duurder. Is er weinig budget, dan kan een ontwerper er tegenover zetten om het auteursrecht te behouden. Eventueel kan dit later nog worden afgekocht.
Relatie tussen opdrachtgever en maker.
Een opdrachtgever betaalt, technisch gesproken, voor de tijd die een creatief professional in het werk steekt – plus de licentie. Soms ook voor andere zaken zoals het inkopen van stockmateriaal, diensten van derden of andere productiekosten. In ruil daarvoor krijgt een opdrachtgever een (exclusieve) onbeperkte licentie voor het gemaakte werk.
Een opdrachtgever bezit het werk dus niet. Dat laatste is een aanname die nog wel eens gemaakt wordt. Wanneer je iets laat maken, wil het dus nog niet zeggen dat je het mag gebruiken of veranderen alsof het door jou gemaakt is. Het is aan de maker van het werk om te bepalen of deze het auteursrecht overdraagt of niet.
En dat is ook niet gek. Immers, de maker steekt er tijd, kennis en materiaal in. Wanneer een opdrachtgever er zonder grenzen gebruik van zou mogen maken, dan kán deze het werk dusdanig manipuleren dat de maker hier reputatieschade door oploopt. Het gemaakte werk van een creatieve professional is wat mogelijk nieuwe klanten aantrekt.
Het kan ook zijn dat een opdrachtgever ineens bijzonder onbetrouwbaar of crimineel blijkt, controversiële dingen roept waar je misschien niet mee geassocieerd wilt worden. Ook in zo’n geval wil je als maker een stok achter de deur wat betreft jezelf en daarmee je werk.
Natuurlijk zijn ook andere opties mogelijk, zoals Creative Commons of publieke domein. Maar dit is altijd de keuze van de maker, nooit van de opdrachtgever. Als opdrachtgever zul je hierover dus in overleg moeten, mocht je iets anders willen dan een gebruikslicentie. Tegelijkertijd zullen creatieve professionals wel iets over auteursrecht moeten weten voor henzelf en om opdrachtgever goed ten dienst te kunnen zijn.
Persoonlijkheidsrechten.
Eén laatste onderdeel van het maken van werk is het persoonlijkheidsrecht. Dit is niet overdraagbaar. Dit recht geeft een maker de mogelijkheid zich te verzetten tegen aantastingen van zijn werk door de exploitant ervan, ook ná het overdragen van het auteursrecht! Ook hierover is op Auteursrecht.nl een artikel te vinden met meer informatie.
Fouten of onwaarheden gevonden? Mist er nog een belangrijk aspect? Ik hoor ’t graag via info@sebasvandenbrink.nl