Ontwerpershybris

Zoeken:

Ontwerpershybris

23 april 2019 Essays ± 7 minuten 907 woorden

In mijn ervaring zijn ontwerpers in allerlei disciplines vrij idealistisch. Zelf ben ik uiteindelijk dit vakgebied ingerold vanuit een kinderlijke wens om een Betere Wereld te maken.

Geen slechte reden, maar wel een beetje afgezaagd. Ik zat dan ook nog op de basisschool. Vroeger, toen ik aan de eettafel zat te tekenen terwijl mijn moeder de zoveelste sherry wegtikte, luisterden we naar Radio 1.

Het nieuws is van nature veelal negatief. Er staan mij nog flarden bij van radioberichten over acties van Greenpeace (hoor je tegenwoordig niet zoveel meer van?), rampen, oorlogen en politieke zaken. Het was de jaren ’90, dus die laatste waren nog vrij mild.

Dat, mijn moeders politieke bevlogenheid (al wisselde ze vaker van politieke partij dan van alcoholisch drankje,) in combinatie met de problemen die er waren in ons gezin, zal mij ongetwijfeld een tik hebben gegeven.

Daarnaast was mijn vader technisch tekenaar, dus pennen, potloden, papier in overvloed. “Ik wil een betere wereld maken,” en natuurlijk wist ik al hoe: Ik ontwierp het. Zo ontstonden onder andere mijn fantasielanden, zoals Wisburg. Uiteraard was daar alles beter want zo-en-zo en dit-en-dat.

Het is vanuit dat standpunt dat ontwerpers af en toe eens goed op hun bek moeten gaan. Eventjes met de realiteit om de oren geslagen worden. Eventjes een reality check.

Wat ik denk dat beter is, is dat niet per sé. Er is onderzoek nodig, context, kennis en hoor en wederhoor. Het is leuk dat zoveel jonge architectuurstudenten modulaire, goedkope woningen “voor de Derde Wereld” bedenken – maar zijn ze er wel eens geweest?

De Bijlmermeer is een goed voorbeeld van ontwerpershybris: Vanuit idealistische motieven een betere wereld proberen te maken. Inmiddels zijn de problemen van de Bijlmer breed uitgemeten.

Zijn ze bekend met de enorme ontwikkelingen op dat enorme continent de afgelopen decennia? Zijn ze bekend met de (vele) culturen? Weten ze wie hier überhaupt belang bij heeft en zou willen investeren?

Architecten en industrieel ontwerpers lijken hier met name gevoelig voor te zijn.

Als je er niet vandaan komt, niet weet hoe het leven er is, ga je er dan ook niet zomaar mee bemoeien. Wil je werkelijk iets betekenen voor elders. Ga. Erheen. Het is van belang dat scholen en docenten en bureaus niet voorbijgaan aan dit gedragspuntje. Dit protocol.

Leuk, schetsen om ideeën uit te werken. Altijd goed. Maar wie ben jij om je beoogde doelgroep te vertellen hoe ze moeten leven? Hoe ze zich moeten gedragen? Of wat het beste voor hen is? Vraag jezelf dat af en stel die vraag ook aan je collega.

Als grafisch ontwerper, illustrator of filmmaker loop je ook tegen zulke zaken aan. Zelf kreeg ik te horen dat het in Rusland totaal niet op prijs wordt gesteld wanneer personen worden afgebeeld, bijvoorbeeld in animatie. Dat wordt als beledigend ervaren, als karikatuur.

Helaas was de animatie toen al af.

Still uit de afgewezen animatie. Ik zal deze nooit publiceren, ook al gebruikte ik nog portretten en geen poppetjes. Ook de toon van de hele animatie sloeg – achteraf gezien – de plank volkomen mis.

Daarnaast moeten we – vooral hier in Europa en dan met name landen met een koloniaal verleden – waken voor het zogenaamde white savior complex. Denken dat je het beter weet voor een ander uit een volkomen ander land of met een volkomen andere achtergrond, is tamelijk toxisch, misleid en misleidend. Het is simpelweg arrogant om te denken dat jijzelf weet – vanwege je beroep – hoe een ander is of zou moeten zijn.

Gebouwen zijn dan ook tamelijk invloedrijk, wat dat betreft. Ze staan in de openbare ruimte en men spendeert vele uren (zo niet een heel leven) binnen de muren van een huis, kantoor of ander gebouw.

Als je schetst, begin dan met het schetsen van ideeën voor je eigen cultuur. Daar liggen óók uitdagingen. En in geval van de Nederlandse cultuur juist omdat er zoveel regels zijn. Creativiteit komt pas écht naar buiten wanneer je als creatief professional beperkte bewegingsvrijheid hebt.

Wil jij je toch per sé inzetten voor een ander land, cultuur, continent? Prima, maar: Doe je onderzoek en doe het grondig. Ga erheen, dompel jezelf onder, word geassimileerd. En vergeet niet, als je mensen helpt, hang niet de held uit.

Werk met mensen uit je beoogde gebied. Architecten, ontwerpers en illustratoren vind je overal – ook in andere culturen. Dat lijkt voor de hand liggend maar het kan helpen om het toch even te lezen. Waarom zouden zij niet kunnen wat jij doet? Het is op z’n minst een goed idee om met een collega je ideeën bespreken.

Dan kunnen ze je hopelijk ook vriendelijk vertellen of je op culturele tenen trapt. Want white savior complex?

Er zijn talloze goedbedoelde ideeën die zijn bedacht, ergens in een kantoor, klaslokaal of studentenkamer in het rijke Europa. En ik ben benieuwd welke ervan een razend success is geworden in haar beoogde idealen. Ik vermoed helaas heel weinig tot geen.

Noem het ontwerpershybris.

Viktor Papanek komt met talloze van zulke voorbeelden in zijn klassieke boek Design for the Real World (bol.com). Een aanrader, ongeacht welke discipline je ook uitvoert. Hij beschrijft dit fenomeen van de wel-bedoelende maar naïeve ontwerper met beschrijvingen van nogal pijnlijke resultaten. Soms grappig, vaak gênant.

Lees het boek als dit vak je lief is.

logo

Copyright © 2024 Sebas van den Brink.
Alle rechten voorbehouden.
bno logo